2.
Door: Renske
Blijf op de hoogte en volg Renske
06 Juli 2014 | India, Punganūru
Dus nu maar naar huis. Gaurish moet ergens anders heen, maar brengt me braaf naar het busstation en wil me eigenlijk helemaal naar de campus begeleiden. Beleefde jongens, die Amerikanen. “Doe niet zo gek,” zeg ik tegen hem. “De bus stopt voor de campus. Ik stap hier in en daar uit, er kan echt niks mis gaan.” Het is de eerste keer dat ik in mijn eentje op pad ben, maar de bussen werken eigenlijk best wel goed in India, dus hoe moeilijk kan het zijn.
Met die optimistische gedachte onderschat ik echter mijn vermogen om altijd en overal waar ik kom, hopeloos te verdwalen. De eerste keer alleen op pad – natuurlijk beland ik dan compleet ergens anders dan waar ik wezen moet. Terwijl ik in de bus zit, mijn vaste oriëntatiepunten maar niet voorbij komen, steeds meer mensen uit stappen en de huizen steeds minder dicht op elkaar staan, beginnen er langzaam een aantal dingen tot me door te dringen: 1. We rijden Vellore uit. Geen idee hoe, maar ik heb de campus stop gemist en ben met een behoorlijke snelheid de verkeerde richting op aan het rijden; 2. Iedereen zegt altijd dat de bus een rondje rijdt, dus als ik lang genoeg blijf zitten kom ik vanzelf weer bij het ziekenhuis uit – toch?; en 3. India is zo moooooooi! We rijden langs kleurrijke kleine dorpjes, lukraak geplaatste handgeschilderde Hindi tempels en regelmatig passerende beelden van enorme Hindi goden tegen een achtergrond van grillige bergen, bananen plantages en palmbomen. Terwijl we steeds verder van Vellore verwijdert raken en ik geen idee heb waar we heen gaan, zit ik tevreden het passerende landschap te bekijken en te genieten van het verkoelende briesje dat door het raam naar binnen komt. Verdwalen is eigenlijk helemaal zo erg niet.
Dan merk ik dat er commotie in de bus ontstaat. Ik kijk op en zie dat de vijftien resterende passagiers allemaal druk naar mij aan het gebaren zijn. Oh juist, de commotie gaat om míj. Blijkbaar is het duidelijk dat een buitenlander hier niet hoort. Een man begint een heel verhaal tegen me af te steken met een hele hoop gebaren waar ik niks van begrijp. Ik wiegel met mijn hoofd. “I’m lost, it’s okay,” zeg ik, maar hij blijft driftig gebaren. Opeens begrijp ik dat hij wil dat ik uit stap. Ja dag, denk ik, dan sta ik ergens in the middle of nowhere en kom ik echt niet meer thuis. Ik schud m’n hoofd, maar misschien denkt hij dat ik aan het wiegelen ben, want hij begint nog uitgebreider te gebaren en roept “opposite bus, opposite bus!” Alle andere passagiers lijken daarmee in te stemmen. Een oud vrouwtje, gehuld in een zwart gewaad en met zwarte hoofddoek, pakt me stevig bij mijn pols en geeft me een grote, tandeloze grijns. De bus stopt, het oude vrouwtje begint aan me te trekken en de hele menigte die zich om me heen verzamelt heeft duwt me samen met haar de bus uit, naar buiten. Voordat ik door heb wat er überhaupt gaande is, is de bus al verder gereden.
Ik kijk om me heen en realiseer me dat ik in het grootste gat ooit sta. De weinige mensen die hier leven lijken allemaal speciaal voor mij uit hun huizen te komen om me aan te staren. Oh shit, denk ik, wat nu? Even sta ik wezenloos om me heen te kijken, maar dan komt het oude vrouwtje op me af – is dit mijn reddende engel, met welgeteld drie tanden, gehuld in zwart? – begint in het Tamil te ratelen, grijpt me weer vast en neemt me mee naar een straathoek aan de overkant van de weg. Hier staan een aantal mensen te wachten en ik vermoed dat dit de busstop van de opposite bus is. Het vrouwtje praat maar door, zonder dat ik er een woord van begrijp. “English?’ probeer ik, maar geen reactie natuurlijk. “Bagayam?” vraag ik dan, de naam van de straat waar onze campus aan ligt. Daarop klapt ze in haar handen en begint nog sneller te praten. Ik besluit ter plekke dit oude vrouwtje inderdaad mijn redder in nood is.
Er komt een bus van de andere kant aan die voor onze neus stopt. Mijn engel begint mij op zeer onengelachtige wijze richting de bus te duwen. Het is duidelijk wat ze wil: instappen. Ik volg haar instructies braaf op, maar vraag toch maar voor de zekerheid aan de chauffeur of hij echt naar Bagayam gaat. Hij lacht en wiegelt met zijn hoofd. Ik ga op het bankje voorin zitten en als ik naar buiten kijk zie ik dat mijn engel – ze moet toch echt minstens 75 jaar zijn – in al haar tandeloze glorie op en neer staat te springen naast de bus en enthousiast naar me zwaait. Ik begin te lachen en zwaai terug terwijl de bus optrekt en weg rijdt.
Als ik de bus in kijk zie ik dat er zo’n veertig Indiërs in zitten die allemaal nieuwsgierig naar me kijken. Zonder uitzondering staren ze me met grote ogen aan, en ik zie achterin een paar kleine kinderen naar me wijzen. Het is zo’n absurd beeld, een bus vol met Indische mensen die naar me kijken alsof ik de grootste beroemdheid ooit ben, dat ik in lachen uit barst. Even blijft iedereen in de bus me vol verbazing aan staren, dan beginnen er een paar mensen mee te lachen en al snel lacht de hele bus en zit iedereen vrolijk met hun hoofd naar me te wiegelen. De buschauffeur probeert een gesprek met me aan te knopen, maar natuurlijk begrijpen we elkaar niet. Op alles wat ik zeg brult hij iets naar achteren, wat resulteert in meer lachsalvo’s van de passagiers. Ik heb geen idee wat ze zeggen, maar al die Indiërs die zo vrolijk en vol belangstelling met hun hoofd naar me wiegelen en om me lachen is zo grappig dat ik alleen maar mee kan lachen. Als we dan eindelijk Bagayam bereiken, beginnen alle passagiers druk te gebaren dat ik er uit moet. Vlakbij de campus word ik afgezet en terwijl de bus wegrijdt zie ik dat iedereen zich omdraait en fanatiek zwaait.
Tien minuten later ben ik thuis en ik voel me enorm vrolijk. Ergens in een afgelegen dorp in India belanden zonder dat je weet waar je bent of hoe je weer thuis komt, is misschien niet het slimste idee. Ik realiseer me terdege dat mijn reddende engel ook een moordlustige freak had kunnen zijn, of iemand die al dagen niet gegeten heeft en denkt dat blank het equivalent van rijk is. Maar de grote, gelukkige glimlachen van het tandeloze vrouwtje, de brullende buschauffeur en alle passagiers die me geholpen hebben om thuis te komen waren zo hartverwarmend, dat het verdwalen zeker de moeite waard maakt. En de rit terug naar Vellore is het vrolijkste busritje dat ik ooit mee gemaakt heb.
-
06 Juli 2014 - 17:33
Judith:
Rensie rensie, wat een verhaal! Pas goed op jezelf! xxx -
06 Juli 2014 - 17:55
Mance:
Haaaa Rensie! Wat schrijf je leuk! Ik bevond me tijdens het lezen ook in die bus. Geniet ervan daar! Xx -
06 Juli 2014 - 18:36
Kenrick:
Zusje, zusje, zusje toch. Misschien voortaan maar handje vasthouden met je Amerikaan ;). -
06 Juli 2014 - 21:02
Sunni:
Nee hoor, Renske, geniet er lekker van want dat onverwachtte maakt de herinneringen zo leuk ( en die saaie dag ben je over een paar maanden toch vergeten) en trouwens, Kenrick, waarom een dorp vol moordenaars en niet die Amerikaan??? -
07 Juli 2014 - 18:02
Peter:
Wat een prachtig verhaal, Rens. Ik vond het in het begin best spannend, maar met een goede afloop. Ik krijg de indruk dat het Indiase platteland best veilig is. Een mooi tegenwicht voor al die horrorverhalen in de pers. -
08 Juli 2014 - 20:29
Gonneke:
Hoe krijg je het voor elkaar om weer een mooi avontuur te beleven. We hebben altijd al geweten dat je niet in 7 sloten tegelijk
loopt
-
08 Juli 2014 - 20:29
Gonneke:
Hoe krijg je het voor elkaar om weer een mooi avontuur te beleven. We hebben altijd al geweten dat je niet in 7 sloten tegelijk
loopt
-
15 Juli 2014 - 21:39
Tante Anneke:
oh jij vreselijke Renske! Aan het eind van je verhaal nog even vertellen wat er allemaal mis had kunnen gaan.. alsof wij dat zelf niet bedenken en we niet met bibberknietjes je verhaal lezen! Wat zou ik graag het verhaal horen van je Indiase Beppe; wat heeft ze gezien? wat heet ze gedacht? Wat voelde ze?
En wat is er verteld in de bus? Vast hele andere dingen dan wij bedenken!
He meis, bedankt voor je kaart! Wat een mooi blauw ziekenhuis. Onze kliniek in Leeuwarden wordt ook geverfd.... We hebben nu kantoren met 1 muur die gekleurd is: blauw of groen, dat gaat nog, maar knalrood??? Vandaag heeft iemand bij ons een indiaas liedje voor me gezongen, hij zei dat het ging over iemand die drinken van de liefde was. tja.. ik ken de taal ook niet, ik geloof hem maar op zijn woord.
Ons Mark is gebeld door zijn vorige baas ( uitzendbureau) of hij terug wou komen. Dat wou Mark niet, dat vond die man heel sneu voor hem ( die baas dus) zelf.
Bas heeft een prachtige tuinbank gemaakt, ruim 3 meter langgeloof ik. Het staat prachtig bij zijn huisje.
Ton en Bas hebben samen 2 dagen een schuurtje staan timmeren bij een fysiotherapeut in de achtertuin, die kunnen nu dus voor een wederdienst bij zijn voordeur aankloppen.
Ik ben klaar met 2 grote klussen ( belasting en btw) en heb nu weer tijd om plantjes ater te geven. Bij ons is het erg droog terwijl elders in het land iedereen op zwemles is.
Pake en Beppe doen het goed. Ik zal je verhalen voor hen uitprinten, kunnen ze meegenieten!
heel veel liefs van je tante, je oom, en je neven. En veel plezier!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley